Geen fijne dag
Ik was wat te vroeg bij de Rechtbank en hing daarom doelloos rond. Roken was altijd de ideale manier om die tijd te doden en was voorheen zelfs een reden om ergens te vroeg te komen. Dat verzetje is mij niet meer gegund - je merkt, mijn innerlijke strijd om de sigaretten is nog niet gestreden - en dus kon ik niet anders doen dan hangen op en aan de balie van de bode. Het hangen waar pubers het alleenrecht op denken te hebben.
Al hangend - ik kauwde geen kauwgum, maar het had prima in het plaatje gepast - meldde zich een dame bij de bode. Ik kende 'r niet, maar het bleek de rechter in mijn zaak te zijn. Een rechter met vuurrood haar en een wapperende seventies rok waarop ik alle kleuren van de regenboog zag en zelfs een aantal kraaltjes. Kennelijk stelde ze een domme vraag aan de bode, want deze rolde met zijn ogen. Weliswaar achter haar rug, maar toch.
Die domme vraag was een voorbode. Want ook tijdens de comparitie stelde ze domme vragen. Ook was ze vooringenomen, bejegende ze mijn cliënt zeer onheus en schoffeerde ze mij ook nog even, along te way. Maar dat was allemaal nog wel te verstouwen geweest, als ze mijn cliënt zijn gelijk maar had gegeven. Maar helaas. Operatie mislukt én patiënt overleden.
Omdat mijn grote vriendin die avond wederom de les van mijn beul in hotpants zou overnemen, besloot ik niet te shapen. In plaats daarvan ging ik een fit-test doen. Een test om te zien hoe fit je bent, of hoe ver je bent van enige fitheid. De begeleider vertelde ons vooraf dat de uiteindelijke uitkomst zou variëren tussen een score tussen 1 en 7 en dat we ons niet zouden hoeven te schamen als we tussen de 2 en 3,5 zouden scoren. Want dat was gemiddeld.
Ik scoorde een 1,2. Dat hoorde ik overigens net nadat hij mij vrolijk had geïnformeerd over mijn gewicht. Een gewicht een walvis niet zou misstaan. Vooruit, een walvis met kleren aan.
N.B. Nee, dat zei hij uiteraard niet, dat van die walvis. Dat was mijn eigen conclusie.
Ik was wat te vroeg bij de Rechtbank en hing daarom doelloos rond. Roken was altijd de ideale manier om die tijd te doden en was voorheen zelfs een reden om ergens te vroeg te komen. Dat verzetje is mij niet meer gegund - je merkt, mijn innerlijke strijd om de sigaretten is nog niet gestreden - en dus kon ik niet anders doen dan hangen op en aan de balie van de bode. Het hangen waar pubers het alleenrecht op denken te hebben.
Al hangend - ik kauwde geen kauwgum, maar het had prima in het plaatje gepast - meldde zich een dame bij de bode. Ik kende 'r niet, maar het bleek de rechter in mijn zaak te zijn. Een rechter met vuurrood haar en een wapperende seventies rok waarop ik alle kleuren van de regenboog zag en zelfs een aantal kraaltjes. Kennelijk stelde ze een domme vraag aan de bode, want deze rolde met zijn ogen. Weliswaar achter haar rug, maar toch.
Die domme vraag was een voorbode. Want ook tijdens de comparitie stelde ze domme vragen. Ook was ze vooringenomen, bejegende ze mijn cliënt zeer onheus en schoffeerde ze mij ook nog even, along te way. Maar dat was allemaal nog wel te verstouwen geweest, als ze mijn cliënt zijn gelijk maar had gegeven. Maar helaas. Operatie mislukt én patiënt overleden.
Omdat mijn grote vriendin die avond wederom de les van mijn beul in hotpants zou overnemen, besloot ik niet te shapen. In plaats daarvan ging ik een fit-test doen. Een test om te zien hoe fit je bent, of hoe ver je bent van enige fitheid. De begeleider vertelde ons vooraf dat de uiteindelijke uitkomst zou variëren tussen een score tussen 1 en 7 en dat we ons niet zouden hoeven te schamen als we tussen de 2 en 3,5 zouden scoren. Want dat was gemiddeld.
Ik scoorde een 1,2. Dat hoorde ik overigens net nadat hij mij vrolijk had geïnformeerd over mijn gewicht. Een gewicht een walvis niet zou misstaan. Vooruit, een walvis met kleren aan.
N.B. Nee, dat zei hij uiteraard niet, dat van die walvis. Dat was mijn eigen conclusie.
<< Home