CeeBee

donderdag 22 februari 2007

carnaval, deel II

(zie eerder, deel 1)

De krampen werden steeds erger en al snel kon ik niets anders meer doen dan in de foetushouding liggen. Te luisteren naar mijn lichaam. Alhoewel ik mezelf nog hoop in praatte dat ik misschien iets verkeerds gegeten had, vertelde iedere pijnscheut me dat dit een ouderwetse buikgriep was. Die me in ieder geval een dag aan bed gekluisterd zou houden.

De uren tikten voorbij. Mijn ouders zouden ergens tussen acht en twaalf bellen, maar de telefoon bleef stil. En zolang ik mijn ouders nog niet van het station had gehaald, kon ik me nog niet overgeven aan de diarree (let u even op de charmante woordspeling?). Na een paar uur wachten ging eindelijk de telefoon. Een uitgelaten moeder gilde in mijn oor dat ze al in Sittard waren. Ik kon alvast gaan rijden.

Vlak voordat ik in de auto stapte ging ik eerst nog maar eens langs het toilet. En alweer kwam het in grote golven eruit. Ik maakte me lichtelijk zorgen over het komende uur. Een uur waarin ik niet naar het toilet zou kunnen. Een uur waarin ik in een auto zou moeten zitten. Te wachten. Met bijeen geklemde billen.

Bij het station was het een komen en gaan van mensen. Sommigen verkleed, sommigen ‘in burger’. Zou ik normaal met de eerder genoemde bubbelende bubbel genoten hebben van de mensenmassa, nu kon ik alleen maar turen. En hopen dat ik de grote hoed van mijn moeder al snel zou zien. Net op het moment dat ik overwoog om het toilet bij het politiebureau te gaan bezoeken zag ik ze aankomen. Mijn ouders en hun vriendin. Licht wankelend, armen omhoog en een grote lach op hun gezicht. Ze zongen nog net geen ‘Venloos leedje’, maar het had niet veel gescheeld. Met leed in mijn hart bedacht ik me dat die grote lach op mijn moeders gezicht binnen een uur zou verdwijnen. Als ik haar zou vertellen dat ik ziek was.

Ik kneep mijn billen nog wat verder bij elkaar en zette een grote lach op. Al giebelend schoven ze gedrieën in de auto. Vol verhalen over wie ze hadden gezien, hoe ze hadden gelopen, wat ze hadden gegeten etc. etc. Ook hiervan zou ik normaal hebben genoten, maar nu hoorde ik het amper. Ik dacht alleen maar aan mijn darmen en foeterde binnensmonds over de snelheidslimiet van 50, op een weg waar ieder normaal denkend mens minstens 80 zou rijden..

Eenmaal thuis besloot ik dat het tijd werd om mijn ouders in te lichten. Al was het alleen maar omdat ze me beiden verbaasd aankeken, toen ik naar de wc rende. En precies zoals ik verwachtte, verdween de glans uit de ogen van mijn moeder. En maakte haar giebelende opwinding plaats voor moederlijke bezorgdheid. Gemixt met een groot gevoel van teleurstelling.

(wordt vervolgd)