CeeBee

dinsdag 25 september 2007

zucht

Ken je dat? Dat je hoopvol naar de grond kijkt, in de hoop dat je er in kan verzwelgen? Dat de tijd vertraagd wordt en iedereen in slow motion het hoofd in jouw richting draait? Dat je rode vlekken in je nek krijgt, net zoals vroeger, toen je een spreekbeurt moest geven? Dat je die rode gloed voelt opzetten, zodat je vrij nauwkeurig kan aangeven tot waar ie zich uitstrekt, namelijk tot achter de haarwortels? Dat je oren gaan suizen en dat je alleen nog maar kunt denken:

Kut. Kut. Kut. Kut. Kut!

En dat je daardoor helemaal niets meer kunt horen? Dat je je eigen angstzweet ruikt en je in al die paniek alleen nog maar kan denken: "ik moet mijn colbertje hoognodig naar de stomerij brengen".

En dat dan allemaal juist op het moment dat er behoorlijk slimme teksten van je worden verwacht? Dat er iemand naast je zit, die zijn ziel en zaligheid in jouw deskundige handen heeft gelegd en erop vertrouwt dat je de zaak regelt?

Niet? Nou ik wel. Gisteren.

Ik heb echt een leuke baan hoor en juist die spannende zittingen kleuren mijn baan. Namelijk in zeven kleuren feces. Want ik kreeg op m’n flikker. Niet van de advocaat wederpartij - dat is niet erg, die wordt er immers voor betaald - maar van de rechter. Die wíst dat ik het antwoord op zijn vage vraag schuldig moest blijven. Een rechter, die mijn gestuntel met onverholen plezier aanschouwde. Die mijn lijdensweg steeds maar weer verlengde. Just for the fun of it, want enig doel had het niet.

Wég waren 6 jaar ervaring. Wég was die grote mond. Wég was mijn snelle babbel-terwijl-ik-nadenk. Ik was weer gewoon een meisje van 14 die een spreekbeurt hield, terwijl haar leraar afkeurend toekeek.

N.B. Zaak liep alsnog goed af. Niet dankzij, maar ondanks de rechter.