Schoonmakers
Mijn ogen hebben verschillende standen. Zo heb je de: "Ach, ik krijg toch geen bezoek, ik zie geen stof of haren" - ogen. Of de: "Shit, visite. Nou moet ik toch echt stofzuigen, want kijk nou wat een troep en viezigheid. Zou dat nou al lang zo zijn? Nou ja, gelukkig kan ik de bad- en de slaapkamer dicht doen"- ogen. En wat te denken van de: "Volgens mij blijft ie slapen. Shit, shit, shit! Nou moet ik benen scheren, bodylotionnen, stofzuigen, dweilen, poetsen en ook nog eens het bed verschonen"- ogen. Die laatste is overigens te vergelijken met de "Jezus, wat is het hier een teringzooi en dan te bedenken dat mijn moeder komt logeren! Paniek!" - ogen, alhoewel ik dan mijn benen niet hoef te scheren. En ik vermoed dat ze ook geen last heeft van mijn droge armen.
Omdat ik ook al niet kan koken, geen groene vingers heb, nog nooit een knoop heb aangezet en kapotte sokken gewoon weggooi, betekent dit dat ik een Hele Slechte Huisvrouw ben. En ik vind het niet eens erg. Sterker nog, ik heb gewoon overal een oplossing voor. Zo heeft de AH een breed scala aan magnetronmaaltijden en maaltijdsalades, vervang ik mijn dode planten met nieuwe aanwinsten uit het tuincentrum, laat ik knopen aanzetten door de kleermaker en koop ik mijn nieuwe sokken voor een prikkie bij de H&M.
Blijft over, het schoonmaken.
En dat doen mijn twee Turkse heldinnen. Eens per twee weken komen ze met z'n tweeën. Ik heb ze nog nooit aan het werk gezien, maar ik stel me zo voor dat het eruitziet als een wervelstorm. Want als ik 's avonds thuis kom, dan blinkt het. Dan ruikt alles naar schoonmaakmiddel. Dan is het opgeruimd en liggen de tijdschriften netjes gestapeld. Dan is de vaatwasser uitgeruimd en zijn de verwelkte bloemen verwijderd.
Ik zeg u, het zijn heldinnen. Dinsdag komen ze weer. Ik kijk er nu al naar uit.
N.B. De ironie wil echter dat ik ze eigenlijk niet meer nodig heb. Want in lief B. schuilt een heusche huisman. Hij poetst, stofzuigt, dweilt en ruimt op etc. etc. Daarnaast doet hij ook nog de boodschappen en kookt hij. Wees niet bang: I do count my blessings.
Mijn ogen hebben verschillende standen. Zo heb je de: "Ach, ik krijg toch geen bezoek, ik zie geen stof of haren" - ogen. Of de: "Shit, visite. Nou moet ik toch echt stofzuigen, want kijk nou wat een troep en viezigheid. Zou dat nou al lang zo zijn? Nou ja, gelukkig kan ik de bad- en de slaapkamer dicht doen"- ogen. En wat te denken van de: "Volgens mij blijft ie slapen. Shit, shit, shit! Nou moet ik benen scheren, bodylotionnen, stofzuigen, dweilen, poetsen en ook nog eens het bed verschonen"- ogen. Die laatste is overigens te vergelijken met de "Jezus, wat is het hier een teringzooi en dan te bedenken dat mijn moeder komt logeren! Paniek!" - ogen, alhoewel ik dan mijn benen niet hoef te scheren. En ik vermoed dat ze ook geen last heeft van mijn droge armen.
Omdat ik ook al niet kan koken, geen groene vingers heb, nog nooit een knoop heb aangezet en kapotte sokken gewoon weggooi, betekent dit dat ik een Hele Slechte Huisvrouw ben. En ik vind het niet eens erg. Sterker nog, ik heb gewoon overal een oplossing voor. Zo heeft de AH een breed scala aan magnetronmaaltijden en maaltijdsalades, vervang ik mijn dode planten met nieuwe aanwinsten uit het tuincentrum, laat ik knopen aanzetten door de kleermaker en koop ik mijn nieuwe sokken voor een prikkie bij de H&M.
Blijft over, het schoonmaken.
En dat doen mijn twee Turkse heldinnen. Eens per twee weken komen ze met z'n tweeën. Ik heb ze nog nooit aan het werk gezien, maar ik stel me zo voor dat het eruitziet als een wervelstorm. Want als ik 's avonds thuis kom, dan blinkt het. Dan ruikt alles naar schoonmaakmiddel. Dan is het opgeruimd en liggen de tijdschriften netjes gestapeld. Dan is de vaatwasser uitgeruimd en zijn de verwelkte bloemen verwijderd.
Ik zeg u, het zijn heldinnen. Dinsdag komen ze weer. Ik kijk er nu al naar uit.
N.B. De ironie wil echter dat ik ze eigenlijk niet meer nodig heb. Want in lief B. schuilt een heusche huisman. Hij poetst, stofzuigt, dweilt en ruimt op etc. etc. Daarnaast doet hij ook nog de boodschappen en kookt hij. Wees niet bang: I do count my blessings.
<< Home