CeeBee

zondag 25 februari 2007

Marley en ik

En toen liep ik door de binnenstad. In de zalige wetenschap dat mij nog anderhalf uur restte tot mijn afspraak later die avond. Anderhalf uur waarin ik zou winkelen en, als ik tijd over zou hebben, in een kroegje warme chocomel zou drinken. Met slagroom.

Vrij snel was ik uitgewinkeld - zonder geld uitgeven is winkelen lang zo leuk niet - en vond ik mijn tafeltje in een hoek van Toque Toque. Daar pakte ik mijn boek erbij. Het boek dat ik die ochtend speciaal in mijn tas had gestopt, om de eventuele dode tijd van de avond te vullen. En zo zat ik binnen een mum van tijd te schaterlachen. Hoort u mij goed? Schaterlachen. Van een boek. Terwijl ik in mijn eentje in de kroeg zat. Inderdaad, mensen keken vreemd op.

Een uur later zat ik - iets te vroeg - in de lounchehoek van het restaurant. Weer pakte ik mijn boek erbij en binnen vijf minuten moest ik huilen. Heel hard huilen. Weliswaar deed ik het in stilte en merkte niemand het. Maar toch.

Toen ik later thuis kwam durfde ik niet zo goed verder te lezen. Ja, hallo zeg. Labiel is goed, maar er zijn grenzen.

N.B. 1: Het boek heet Marley en ik. Het gaat over een hond en uiteindelijk gaat ie dood. Hence the tears.
N.B. 2:
One month, two weeks, four days;
1477 cigarettes not smoked;
saving € 295,50.