Carnaval
"Ik ben blij voor u, mevrouw. Fijn, dat u tevreden bent over het resultaat. Ik loop nog even de advocatenkamer in, maar u kunt al naar huis gaan. Dag! Smak, smak, smak. Ja. Ik ben blij dat u dankbaar bent. Ok. Ja. Goed. Nou, dan ga ik maar he!"
De dame wilde me niet loslaten. Ze was blij en bleef dat herhalen. Een zoen hier, een knuffel daar. Met zachte hand dirigeerde ik haar de Rechtbank uit. Ik bleef nog even achter en wachtte tot ze uit het zicht was. Toen liep ik ook naar mijn auto.
En toen had ik opeens vakantie. Ik ging 200 km verderop carnaval vieren. Pfoeh, ik wist niet of ik er nu wel zoveel zin in had. Maar toch stond ik vijf uur later in mijn vaste carnavalspakje (bontjas, boa en roze beenwarmers) in een kroegje in Gronsveld. De polonaise te dansen. En ik haat de polonaise, die is overgewaaid uit Brabant en wat mij betreft had ie daar ook mogen blijven.
En beter werd het ook niet. De muziek was niet leuk. De mensen deden vervelend en ik had gewoon geen carnavalsgevoel. Ik zat met mijn hoofd nog in het Utrechtse. Bij het leven van alledag, en niet in het leven van carnaval. Vijf uur later keerden mijn moeder en ik nog voor middernacht huiswaarts. We gaven het op. Deze avond was mislukt.
Vandaag werd ik wakker en dacht: "o nee, niet nog een dag carnaval". Tot ik mijn oud buurmeisje S. sprak. We hebben samen met onze moeders afgesproken om 15.00 uur. Wie weet wordt het in Maastricht wel leuk.
note to myself: voortaan iets eerder aan het carnavalsgevoel werken.
"Ik ben blij voor u, mevrouw. Fijn, dat u tevreden bent over het resultaat. Ik loop nog even de advocatenkamer in, maar u kunt al naar huis gaan. Dag! Smak, smak, smak. Ja. Ik ben blij dat u dankbaar bent. Ok. Ja. Goed. Nou, dan ga ik maar he!"
De dame wilde me niet loslaten. Ze was blij en bleef dat herhalen. Een zoen hier, een knuffel daar. Met zachte hand dirigeerde ik haar de Rechtbank uit. Ik bleef nog even achter en wachtte tot ze uit het zicht was. Toen liep ik ook naar mijn auto.
En toen had ik opeens vakantie. Ik ging 200 km verderop carnaval vieren. Pfoeh, ik wist niet of ik er nu wel zoveel zin in had. Maar toch stond ik vijf uur later in mijn vaste carnavalspakje (bontjas, boa en roze beenwarmers) in een kroegje in Gronsveld. De polonaise te dansen. En ik haat de polonaise, die is overgewaaid uit Brabant en wat mij betreft had ie daar ook mogen blijven.
En beter werd het ook niet. De muziek was niet leuk. De mensen deden vervelend en ik had gewoon geen carnavalsgevoel. Ik zat met mijn hoofd nog in het Utrechtse. Bij het leven van alledag, en niet in het leven van carnaval. Vijf uur later keerden mijn moeder en ik nog voor middernacht huiswaarts. We gaven het op. Deze avond was mislukt.
Vandaag werd ik wakker en dacht: "o nee, niet nog een dag carnaval". Tot ik mijn oud buurmeisje S. sprak. We hebben samen met onze moeders afgesproken om 15.00 uur. Wie weet wordt het in Maastricht wel leuk.
note to myself: voortaan iets eerder aan het carnavalsgevoel werken.
<< Home