CeeBee

zaterdag 22 oktober 2005

Woede (2) en Bosch en Duin

Ja, daar schrokken jullie van he, van dat logje hiervoor! Ik zag jullie wel wegrennen!

Maar dit weblog is nu eenmaal ook mijn persoonlijke uitlaatklep (deze uitdrukking dingt mee naar de titel "meest vreselijke uitdrukking ooit") en soms is niets zo lekker als je eigen frustratie het wereldwijdeweb in te slingeren. Eigenlijk had ik veel meer in petto. Zoals een batterij scheldwoorden aan het adres van die @@#%$## daar in @#%@## die mijn liefie zo onheus hebben behandeld. Ik kon me nog net inhouden, maar als ze nog een keer zoiets doen, dan zal ik ze met naam en toenaam hier hoogst persoonlijk aan de schandpaal nagelen. Ja, pas maar op daar in @#%@##, want CeeBee is los. Nobody touches my liefie!

Maar goed. De crisis van gisteren is bezworen. We hebben ons erbij neergelegd. Het is nu eenmaal zo en er is ook niets meer aan te veranderen. En ik ga er verder ook niets meer over schrijven. Zo.

Als ik met Bo ga wandelen heb ik de keuze uit verschillende bossen en parken. Meestal kies ik het park dat het meest dichtbij is, maar soms pak ik eens flink uit en ga ik naar het Panbos. Nou is het Panbos erg groot. Met erg veel weggetjes, splitsingen, zandvlaktes enz. Voor iemand zonder enig gevoel voor richting, zoals ik, is dat een nachtmerrie. Want als ik ook maar even niet oplet, vind ik de weg terug niet. Vandaag was ik met moeders aan het telefoneren (ik deed mijn tirade over gisteren nog eens dunnetjes over) en lette nog minder op dan gebruikelijk. Als een wonder liep ik zonder nadenken naar de zandvlakte die ik meestal niet kan vinden. En weer vond ik de weg terug niet. En weer liep ik rond als een kip zonder kop, in een lichte staat van paniek. Op zo'n moment bedenk ik me altijd de mogelijke krantenartikels van de dag erna. "Vrouw vermist in Panbos". Of: "Panbos is voor niemand een raadsel, behalve voor CeeBee." Of: "vrouw gered door signaal van haar GSM".

Na een uur (!) vond ik de parkeerplaats. En er gaat werkelijk niets boven het gevoel van je eigen auto onder je kont, met tintelende benen van vermoeidheid. En dat je hond dan in een opperste staat van geluk ligt uit te hijgen achterin, is mooi meegenomen.

Daarna was mijn tank leeg en keek ik 10 minuten naar een rood lampje dat me aanspoorde om toch maar snel te tanken. Weer paniek dus, want tankstation niet in de buurt. Toen tanken bij een onbemand tankstation. Ik snapte niet hoe het moest, maar kon ook niet verder rijden. Weer paniek dus. God o god, wat een paniek vandaag.