CeeBee

maandag 4 juli 2005

Politiek

In de vierde klas van de middelbare school had ik les van mijnheer F. Met zijn 1,60 mtr, uitstekende kin en uitdunnende haardos was het geen schoonheid. Hij was als een beul in de klas en tolereerde geen opstandige tieners. Dat was ik niet, maar hij vond van wel. Als ik iets vroeg aan mijn buurvrouw, verstoorde ik de les. Als ik niets opschreef, lette ik niet op en als ik een vraag stelde was ik irritant. Na een lange reeks aanvaringen stond ik weer eens op de gang. Ik had er genoeg van en ik stapte zeer verontwaardigd naar mijn conrector. Hij gaf mij geen gelijk, maar stelde een gesprek met mijnheer F. voor.

In de kleine kamer van de conrector zaten mijnheer F. en ik tegenover elkaar. We gaven allebei geen duimbreed toe. Hij was vooringenomen, zo vond ik. Ik was strontvervelend, zo vond hij. Na een sterk staaltje bemiddeling van de conrector schudden wij elkaar de hand en beloofden een nieuwe start te maken. Hij werd mijn favoriete leraar.

Mijnheer F. gaf les in maatschappijleer. Hij meende dat wij de politiek van Nederland moesten begrijpen en wekenlang leerde ik alle partijprogramma's uit mijn hoofd. In 1990 wist ik dan ook de standpunten van alle partijen. Dat was de laatste keer. Bij elke verkiezing neem ik mij voor om de programma's door te nemen. Dit doe ik nooit en stem gewoon op D' 66. Macht der gewoonte.