machtsvertoon
Het is vier uur 's nachts. Ik houd de wacht en loop een rondje over het terrein. Het is er stil. 200 eerstejaars studenten liggen over 4 legertenten verspreid. Doodmoe waren ze, toen we ze drie uur geleden naar bed stuurden. Ze weten nog niet dat de dag alweer snel zal beginnen.
Ik loop naar tent van de andere begeleiders en waarschuw hen voor de herrie die gaat komen. Als ik de grote feesttent binnenstap, slaat de geur van verschaald bier me in het gezicht. Ik zet de stereotoren aan en draai het volume naar het maximum. De muziek van 'het wekbandje' - een afschuwelijke mix van hardcore house - schalt over het terrein.
In een mum van tijd komt er leven op het legerterrein waar de ontgroening plaatsvindt. Eerstejaars haasten zich uit hun tenten en ook de begeleiders komen langzaam uit hun alcoholroes. Een buitengewoon fitte begeleider begint de ochtendgymnastiek. De eerstejaars volgen gedwee, zoals ze de komende tien dagen alle instructies gedwee zullen uitvoeren. Het is een prachtig gezicht, die springende massa.
Na het ontbijt worden de eerstejaars in groepen ingedeeld. De meest afgezaagde namenspelletjes passeren de revue. De idee is dat ze elkaar leren kennen. In mijn ooghoek valt me iets ongeregelds op. Een begeleidster heeft zich afgezonderd met een eerstejaars. Ik zie dat ze de eerstejaars - een tenger meisje - fysiek aan het afmatten is. Ik wil niet meteen ingrijpen en kijk het even aan.
De begeleidster heeft niet door dat ik haar bekijk en ze voert het tempo van de oefeningen nog wat op. Als ik zie dat de eerstejaars de uitputting nabij is, besluit ik in te grijpen. Nadat ik de eerstejaars heb afgevoerd naar het medisch team neem ik de begeleidster apart. Als ik haar op haar gedrag wijs, barst ze in tranen uit. Huilend snikt ze dat ze niet kan begrijpen dat zij, een derdejaars studente psychologie, zich zo heeft laten gaan.
Dit was de eerste, maar niet de laatste keer dat ik een begeleider terecht heb moeten wijzen. Niet iedereen kan goed met macht omgaan.
Het is vier uur 's nachts. Ik houd de wacht en loop een rondje over het terrein. Het is er stil. 200 eerstejaars studenten liggen over 4 legertenten verspreid. Doodmoe waren ze, toen we ze drie uur geleden naar bed stuurden. Ze weten nog niet dat de dag alweer snel zal beginnen.
Ik loop naar tent van de andere begeleiders en waarschuw hen voor de herrie die gaat komen. Als ik de grote feesttent binnenstap, slaat de geur van verschaald bier me in het gezicht. Ik zet de stereotoren aan en draai het volume naar het maximum. De muziek van 'het wekbandje' - een afschuwelijke mix van hardcore house - schalt over het terrein.
In een mum van tijd komt er leven op het legerterrein waar de ontgroening plaatsvindt. Eerstejaars haasten zich uit hun tenten en ook de begeleiders komen langzaam uit hun alcoholroes. Een buitengewoon fitte begeleider begint de ochtendgymnastiek. De eerstejaars volgen gedwee, zoals ze de komende tien dagen alle instructies gedwee zullen uitvoeren. Het is een prachtig gezicht, die springende massa.
Na het ontbijt worden de eerstejaars in groepen ingedeeld. De meest afgezaagde namenspelletjes passeren de revue. De idee is dat ze elkaar leren kennen. In mijn ooghoek valt me iets ongeregelds op. Een begeleidster heeft zich afgezonderd met een eerstejaars. Ik zie dat ze de eerstejaars - een tenger meisje - fysiek aan het afmatten is. Ik wil niet meteen ingrijpen en kijk het even aan.
De begeleidster heeft niet door dat ik haar bekijk en ze voert het tempo van de oefeningen nog wat op. Als ik zie dat de eerstejaars de uitputting nabij is, besluit ik in te grijpen. Nadat ik de eerstejaars heb afgevoerd naar het medisch team neem ik de begeleidster apart. Als ik haar op haar gedrag wijs, barst ze in tranen uit. Huilend snikt ze dat ze niet kan begrijpen dat zij, een derdejaars studente psychologie, zich zo heeft laten gaan.
Dit was de eerste, maar niet de laatste keer dat ik een begeleider terecht heb moeten wijzen. Niet iedereen kan goed met macht omgaan.
<< Home