CeeBee

dinsdag 19 juli 2005

God heeft zich weer een keer vergist

Ik kwam thuis van vakantie. Ik had een geweldige tijd achter de rug met mijn toenmalige lief. Ik was bruin, mijn haren waren blond en ik was gelukkig. Het leven was mooi.

Terwijl ik de sleutel in het slot stak, keek mijn huisgenote me vanachter het raam aan. Ik zag aan haar ogen dat er iets mis was. Ik keek naar de rest van het gezelschap. Ernstige gezichten. Er werd veel gerookt en druk gepraat. Zij hadden me nog niet opgemerkt.

Ik liep het huis binnen en mijn hart bonkte in mijn keel. Wat zou er mis zijn? Alsjeblieft niets met mijn ouders. Het gesprek viel stil toen ik de kamer binnenliep. De spanning werd me teveel en ik riep meteen "wat is er?". Ze zeiden dat ik maar even moest gaan zitten.

K. nam het woord. Een vriend van ons was overleden. Zomaar. Uit het niets. Hij was met zijn jaarclub op vakantie en na het afdalen van een vulkaan was hij in elkaar gestort. Zijn hart had het begeven. Ze hadden niets meer voor hem kunnen doen.

Het was de zomer van 1998 en de tijd stond even stil.

Dit weekend draaide ik Acda en De Munnik. En terwijl ik hoor dat God zich weer eens heeft vergist, kruipen de tranen in mijn ogen. Ik denk aan Nol. Zoals altijd.