Duck!
Oververhit stap ik uit de auto. Ik voel zweetplekken onder mijn oksels. Ik ruik ze nog net niet. Ik heb behoefte aan airco en zonwering.
Ik loop mijn kantoor in en zucht van verlichting. Koele lucht stroomt me tegenmoet. Ik heb een uur om te lunchen en mijn bespreking voor te bereiden. Ik besluit om eerst af te koelen en lees mijn mail. Zoals altijd sorteer ik die op business en pleasure. Eerst de business en afsluiten met pleasure.
Ik zit nog midden in de business als mijn secretaresse in paniek mijn kantoor binnenrent. Client X. eist mij te spreken. Stante pede. Mijn patroon begrijpt dat ik hem vanwege oververhitting niet wil spreken en vertelt hem dat ik nog niet terug op kantoor ben. Hij besluit te wachten en doet dat pal voor het kantoor.
Als ik een uur later het pand verlaat, word ik letterlijk in de kraag gevat door mijnheer X. Hij wil me spreken en hij loopt achter me aan. Ik val tegen hem uit dat ik haast heb en dat ik er ab-so-luut niet van gediend ben om door een client opgewacht te worden. Ik snauw hem toe dat hij - net als ieder ander - een afspraak moet maken. Hij blijft verbouwereerd achter en stamelt dat hij dat zal doen.
In mijn auto rook ik eerst een sigaret en ik laat mijn gedachten gaan over de volgende bespreking. Uit mijn ooghoek zie ik client X lopen. Hij zal op 10 meter afstand mijn auto passeren. In een reflex buk ik en duw mijn hoofd in mijn dashboardkastje. Ik voel me de hoofdpersoon in een slechte politiefilm.
Oververhit stap ik uit de auto. Ik voel zweetplekken onder mijn oksels. Ik ruik ze nog net niet. Ik heb behoefte aan airco en zonwering.
Ik loop mijn kantoor in en zucht van verlichting. Koele lucht stroomt me tegenmoet. Ik heb een uur om te lunchen en mijn bespreking voor te bereiden. Ik besluit om eerst af te koelen en lees mijn mail. Zoals altijd sorteer ik die op business en pleasure. Eerst de business en afsluiten met pleasure.
Ik zit nog midden in de business als mijn secretaresse in paniek mijn kantoor binnenrent. Client X. eist mij te spreken. Stante pede. Mijn patroon begrijpt dat ik hem vanwege oververhitting niet wil spreken en vertelt hem dat ik nog niet terug op kantoor ben. Hij besluit te wachten en doet dat pal voor het kantoor.
Als ik een uur later het pand verlaat, word ik letterlijk in de kraag gevat door mijnheer X. Hij wil me spreken en hij loopt achter me aan. Ik val tegen hem uit dat ik haast heb en dat ik er ab-so-luut niet van gediend ben om door een client opgewacht te worden. Ik snauw hem toe dat hij - net als ieder ander - een afspraak moet maken. Hij blijft verbouwereerd achter en stamelt dat hij dat zal doen.
In mijn auto rook ik eerst een sigaret en ik laat mijn gedachten gaan over de volgende bespreking. Uit mijn ooghoek zie ik client X lopen. Hij zal op 10 meter afstand mijn auto passeren. In een reflex buk ik en duw mijn hoofd in mijn dashboardkastje. Ik voel me de hoofdpersoon in een slechte politiefilm.
<< Home