CeeBee

dinsdag 21 juni 2005

wat een prachtbaan

Samen met mijn cliënt zat ik vooraan. Een nog jonge Beatrix staarde me vanaf haar schilderij aan. Mijn oog viel steeds op de klok; ik had honger en ik wilde snel beginnen.

Drie rechters en een griffier keken serieus naar mijn cliënt. Het stonk in de kleine zaal. Het was heet en mijn zwarte toga drukte steeds zwaarder op mijn schouders. Mijn cliënt naast me zuchtte diep.

Drie maanden eerder was hij naar mij toegekomen. Een vriendelijke reus. Hij wilde omgang met zijn kinderen. Hij had ze al drie jaar niet gezien en hij miste ze. Hij kon geen reden bedenken waarom de vrouw de omgang had beëindigd.

De advocaat van de vrouw nam het woord: de vrouw wilde niet meewerken omdat mijn client haar drie jaar geleden met 30 messteken had toegetakeld. De kinderen, toen 2, 3 en 5 jaar oud, hadden hun moeder zien leegbloeden en zij waren tot op de dag van vandaag in behandeling voor een posttraumatische stressstoornis. Ter onderbouwing deelde de advocaat kopiëen uit van vonnissen en medische verklaringen.

De rechter gaf mij het woord. Ik viel stil. Plichtmatig gaf ik hier en daar nog een toelichting op mijn verzoekschrift. Na afloop van de zitting rende ik de Rechtbank uit. Ik zag mijn cliënt daarna nooit weer.

Die nacht kon ik niet slapen. Ik hoorde hem steeds zeggen: "Nee, mevrouw CeeBee, ik weet écht niet waarom ik mijn kinderen niet mag zien".

Wat heb ik toch een prachtbaan:(