roots
Laatst vroeg iemand mij "waar mijn roots lagen". Nou vind ik het Amerikaans doorgaans een rotmanier om je uit te drukken, maar deze vind ik wel geschikt.
Maar goed, mijn roots dus. Die liggen in Zuid-Limburg. In Gronsveld om precies te zijn. Als je je teen strekt ben je in België, zo dicht bij de grens is het.
Het is moeilijk uit te leggen wat opgroeien in een Limburgs dorp betekent. Datgene dat het charmant maakt, is juist dat wat mij destijds wegjoeg. Zo houden de buren je huis tijdens je vakantie in de gaten. Maar ook als je niet met vakantie bent. Een hechte gemeenschap dus.
Het is alweer 13 jaren geleden dat ik wegging uit 'hut dörp' en met name de eerste 6 jaren genoot ik van de anonimiteit van de stad. Tijdens mijn studententijd kende ik alleen de buren die klaagden over geluidsoverlast. De man van de supermarkt wist mijn merk sigaretten niet en in de kroeg moest ik telkens opnieuw zeggen dat ik mijn bier in een fluitje wilde. Ik vond het prachtig.
Een maand geleden was ik weer eens in Gronsveld en alles was in gereedheid gebracht voor de jaarlijkse processie. De vlaggen hingen uit, rozenblaadjes lagen op straat en de groepen voor de processie stonden opgesteld. Ik zag de maagden (13-jarige pubermeiden met een blauw kleed en een kroontje) en de engelen (8-jarige meisjes met witte ballerinajurkjes en vleugels).
Terwijl ik dacht aan al die keren dat ik zelf met die processie heb meegelopen voelde ik de tranen als vanzelf omhoog komen. Ik zag mezelf weer als maagd, als engel en als communicantje.
Ook dacht ik aan jaren later, toen ik met mijn trompet in de Harmonie meeliep. Ik voelde me weer zweten in dat zwarte wollen pak van de Harmonie, waarvan het jasje onder geen beding uit mocht. Ik zag me weer mijn eerste biertje drinken op het kerkplein, mijn eerste zoen van boerenzoon Hans. Ik zag mijn jeugd in een flits.
En voor het allereerst in 13 jaar had ik spijt dat ik weg was gegaan. Het deed me verdriet dat ik mijn kinderen niet mijn jeugd zou kunnen geven.
Laatst vroeg iemand mij "waar mijn roots lagen". Nou vind ik het Amerikaans doorgaans een rotmanier om je uit te drukken, maar deze vind ik wel geschikt.
Maar goed, mijn roots dus. Die liggen in Zuid-Limburg. In Gronsveld om precies te zijn. Als je je teen strekt ben je in België, zo dicht bij de grens is het.
Het is moeilijk uit te leggen wat opgroeien in een Limburgs dorp betekent. Datgene dat het charmant maakt, is juist dat wat mij destijds wegjoeg. Zo houden de buren je huis tijdens je vakantie in de gaten. Maar ook als je niet met vakantie bent. Een hechte gemeenschap dus.
Het is alweer 13 jaren geleden dat ik wegging uit 'hut dörp' en met name de eerste 6 jaren genoot ik van de anonimiteit van de stad. Tijdens mijn studententijd kende ik alleen de buren die klaagden over geluidsoverlast. De man van de supermarkt wist mijn merk sigaretten niet en in de kroeg moest ik telkens opnieuw zeggen dat ik mijn bier in een fluitje wilde. Ik vond het prachtig.
Een maand geleden was ik weer eens in Gronsveld en alles was in gereedheid gebracht voor de jaarlijkse processie. De vlaggen hingen uit, rozenblaadjes lagen op straat en de groepen voor de processie stonden opgesteld. Ik zag de maagden (13-jarige pubermeiden met een blauw kleed en een kroontje) en de engelen (8-jarige meisjes met witte ballerinajurkjes en vleugels).
Terwijl ik dacht aan al die keren dat ik zelf met die processie heb meegelopen voelde ik de tranen als vanzelf omhoog komen. Ik zag mezelf weer als maagd, als engel en als communicantje.
Ook dacht ik aan jaren later, toen ik met mijn trompet in de Harmonie meeliep. Ik voelde me weer zweten in dat zwarte wollen pak van de Harmonie, waarvan het jasje onder geen beding uit mocht. Ik zag me weer mijn eerste biertje drinken op het kerkplein, mijn eerste zoen van boerenzoon Hans. Ik zag mijn jeugd in een flits.
En voor het allereerst in 13 jaar had ik spijt dat ik weg was gegaan. Het deed me verdriet dat ik mijn kinderen niet mijn jeugd zou kunnen geven.
<< Home