CeeBee

donderdag 31 januari 2008

Voorpret

Zoals u weet - alhoewel het u wérkelijk niet kan boeien - verheug ik me op carnaval. En niet zo'n beetje ook. Het begon op nieuwjaarsdag, toen ik op de terugweg van Schiermonnikoog al het eerste carnavalsliedje draaide in de auto.

De komende dagen is een aaneenschakeling van voorpretmomenten, waarop ik me nu al kan verheugen. Strikt genomen is het dan natuurlijk geen voorpret meer, maar gewone pret. Want anders zou ik me verheugen op voorpret zelf. Maar soit.


De dingen waar ik me op verheug - naast de carnaval zelf - zijn de volgende:

- mijn koffer-voor-vijf-dagen pakken, want het is in feite een mini-vakantie;

- labrador Bo droppen bij ex, wat mij een Boloze mini-vakantie oplevert;

- het rijden naar het Zuiden: meeblèren met carnavalsmuziek;

- sfeerproeven op zaterdag: Prinsinhoale;

- het ontbijt op zondag: veel getut, veel koffie, zoveelste sigaret, dan aankleden, schminken etc.

N.B. Hierna is het carnavalsgedoe voorbij. Dan komen er weer normale logjes. Niet dat die per definitie leuker zijn, maar toch.

vrijdag 25 januari 2008

Speciaal voor B.

Op zoek naar "iets leuks over carnaval" stuitte ik op onderstaand artikel. En het gaat over carnaval ja. Het is niet anders.

Bron: Ad.nl

Acht tips om als ‘Hollender’ succesvol te integreren in de chauvinistische Limburgse hoofdstad. Het straatcarnaval in Maastricht trekt jaarlijks honderden toeristen van boven de rivieren. Maastrichtenaren, chauvinisten pur sang, kijken meewarig naar deze immer uitdijende groep ‘Hollenders’. Ze spreken de taal niet, ze kennen de liedjes niet en ze kunnen zich niet verkleden, wat doen ze hier eigenlijk? Een achttal tips om succesvol te integreren.

1. Neem de tijd

Vertrek op tijd van huis. Of u nu uit Holwerd, Haaksbergen of Herwijnen komt: zorg dat u rond een uur of één op het Vrijthof staat. Dan kunt u op uw gemak de optocht bekijken en de sfeer langzaam in u opnemen. De uitbundig versierde cafés zijn nog praktisch leeg dus neem er een kijkje zo lang het nog kan. Bestel een bier of twee om een beetje los te komen en een dansje te wagen op muziek van lokale helden Ziesjoem en Beppie Kraft.

2. Verkleed u

Accepteer het feit dat u waarschijnlijk flink ‘underdressed’ bent. In Limburg is carnaval eigenlijk al op de 11de van de 11de begonnen. Maastrichtenaren hebben dus al minstens twee maanden aan hun ‘pekske’ gewerkt. Die voorsprong haalt u niet meer in.

Maar niet getreurd, u kunt nog altijd terugvallen op carnavalswinkel t Panhoes op de Markt. Daar treft u alles wat u nodig heeft. Stuur het sterkste familielid naar binnen, het is er altijd stampvol.

3. Wees fit

Word bij voorkeur twee weken vóór carnaval ziek. Dan is het afweergestel op zijn best als het er op aankomt: tijdens de Vastelaovend. Het bier vloeit rijkelijk, het weer is slecht, het avondeten is vet: carnaval is hoe dan ook een aanslag op uw fysieke gestel.

Wees dus fit en probeer van het ontbijt een feestmaal te maken. Fruit, eieren met spek, een stevig maal voor vertrek doet wonderen. Vitaminepillen zijn ook geen slecht idee.

4. Schmink u

Dit is een insiderstip, dus neem hem ter harte. Toeristen zijn, verkleed of onverkleed, feilloos te herkennen aan hun ‘bloetekoontegeziech’, ofwel blotebillengezicht. Beschildert u uw gezicht, dan heeft u een grote slag geslagen op weg naar volledige integratie. Dan doen die kleren er eigenlijk al niet meer toe.

De smoes ‘ik wil geen vette troep op mijn gezicht’ is niet meer geldig. Moderne schmink is op waterbasis, dus gemakkelijk afwasbaar.

5. Doe veel kleren aan

Aangezien de cafés ’s avonds doorgaans voller zijn dan uw bierglazen en het condens van de ramen druipt, zult u gedwongen zijn meerdere uren in de buitenlucht door te brengen. Dat is niet erg - voor het straatcarnaval komt u immers naar Maastricht - maar bereid u met dikke kleren voor op gure weersomstandigheden.

Dat u op weg naar een toilet (om vage redenen altijd achter in het café) vervolgens zweet als een otter, neemt niemand u kwalijk.

6. Omarm locale muziek

Hoewel ieder jaar talloze artiesten van Nederlandse bodem claimen de carnavalskraker van het jaar te hebben geschreven, gaat u ze in Maastricht niet horen. U zult het in de cafés moeten doen met Maastrichtse muziek.

Maar niet getreurd: de helft van de melodieën zijn u bekend. Maastrichtse artiesten zijn niet wars van gemakzucht en bewerken elke hit tot een carnavalsplaat. Tear it up van Bob Marley wordt Beer is op, dat soort dingen.

7. Piek niet te vroeg

Dat u een aantal biertjes nodig heeft om los te komen, is normaal. Maar drink voor uw eigen bestwil niet te snel. De gemiddelde carnavalsvierder is zo’n twaalf uur per dag op pad dus een beetje planning kan geen kwaad.

De middag is om in de juiste stemming te komen, ’s avonds wordt er gedanst en gefeest. De ideale carnavalsstemming is niet stomdronken, maar licht aangeschoten, in een ontspannen roes. Bovendien moet er morgen weer worden gefeest.

8. Leer uitdrukkingen

Leer een paar woorden dialect en een wereld gaat voor u open. Maastrichtenaren zijn namelijk niet alleen apetrots op hun stad, maar ook op hun taal. En als het ijs eenmaal is gebroken, kunt u misschien zelfs op de versiertoer. Maar verwacht daar niet te veel van.

De kans dat een lokale schoonheid aan het eind van de avond mee naar uw hotel gaat, is erg klein. Denk maar gewoon: zoenen is ook leuk.

MEEZINGEN
Bekendste carnavalsliedje

Mestreech is neet breid
Es veer zoe beijein zien is ut miestal raak
Daan weurd noe en daan de kachel oangemaak
Veer zegke wel ins hommel, meine daor niks vaan
Drinke us e gleeske en veer zinge daan
Mestreech is neet breid mer mestreech dat is laank
Mestreech is de stad vaan de gezelle van de zaank
Niks is te lestig en niks is te zwoer
Want vreundsjap dat is noe zjus de krach vaan us koer
Veer zien heij gezellig es vrun onderein
Us te ammezere vinde veer zoe fein
Vergete is de zorg die soms op us drok
Daorum kaome veer eedere maondag trok

DIALECT
Woordenboek

Een bier alstublieft: èhn pèls estebleef.
Ik kom niet uit Limburg: Iech bin unne Hollender.
Hebt u misschien wat schmink bij zich?: Höb geer mesjien get schmink bei uuch?
Maastrichts is een mooie taal: Mestreejchs is un sjoen taol.
Wat heb je mooie ogen: Mieljaar wat höbs diech een sjoen ohge!
Wil je zoenen?: Wèlste met miech lepsje?

maandag 21 januari 2008

The descent

Sommige mensen houden van horror. Ze houden van het kloppen van hun hart in de keel, van de opgebouwde spanning, de hysterische muziek en de adrenaline die vrij komt als ze schrikken.

Ik niet. Ik hou er niet van, maar het toeval wil dat alle liefdes die ik ooit had er wél van hielden.

"Gezellig” horror kijken was bijvoorbeeld vaste prik bij mijn eerste liefde. We keken dan in zijn slaapkamer, in het donkder. Zelfs het kleinste theelichtje was niet toegestaan, ‘want dat zou het effect teniet doen’. Dat dát nu juist mijn bedoeling was deed er voor hem niet toe: we keken horror en dat vereiste donkerte. Dat je uiteindelijk geen hand voor ogen kon zien in zijn kamer geeft te denken over onze relatie en hoezeer mijn mening er destijds toe deed.

En zo griezelden we. Hij met opengesperde ogen en een glimlach rond zijn mond, ik met een kussen voor mijn ogen en een rare grimas. En in plaats van me vast te houden en me op z’n minst gerust te stellen werd ik schamper uitgelachen. Ik was een mietje, vond ie. Daar was ik het best mee eens. Ik had er ook prima mee kunnen leven om als mietje nooit in mijn leven nog een horrorfilm te zien.

Maar zo ging het niet. Want stiekem kwam er een hele reeks voorbij. Zowel de oudere zoals Halloween, Nightmare on Elmstreet etc., maar ook de nieuwere als The Ring (ook nog deel 2, godbetert), The Grudge en Blair Witch Project. En alhoewel het gezelschap in de loop der jaren veranderde, veranderde mijn manier van horrorkijken niet: ik kijk nog steeds niet echt. Ik kijk langs een kussen, of tussen mijn vingers door, of door de haren van het huisdier dat het dichtst bij zit. Pas als het in de film ‘overdag’ is en de muziek niet meer hysterisch, zal ik normaal kijken. Om bij de eerste overspannen toon van een viool alweer het kussen te grijpen.

Hierdoor heb ik de laatste jaren mijn techniek om schrikscènes te vermijden verfijnd. Het gebeurt mij dan ook zelden dat ik alsnog met opengesperde ogen een schrikmoment meemaak. De momenten dat een regisseur me desalniettemin verrast, staan dan ook helder op mijn netvlies. Zo ook het moment in The Descent. Voor wie ‘m gezien heeft: het moment dat een wezen voor het eerst opduikt. Ik zag 'm niet aankomen en schrok me wezenloos. Kippenvel. En nog steeds, als ik eraan denk.

N.B. En omdat we toch bezig waren met griezelen keken we dit weekend ook nog naar The Shining. En ik maar denken dat “heeeeeeeeeeeeeere’s Johnny” oorspronkelijk uit deze film komt. Maar het was een verwijzing naar de talkshow van Johnny Carson. En zo leer je nog eens wat van je vriend, die als middlename ‘Wikipedia’ heeft. Of ‘Betweter’, maar dat klinkt dan weer zo onaardig:)

dinsdag 8 januari 2008

Markies

Al eerder nam ik vrienden mee naar carnaval in Maastricht. Stuk voor stuk mensen die wel van een feestje houden, een biertje lusten en die zich doorgaans gemakkelijk aanpassen aan een nieuwe situatie. Steeds opnieuw dacht ik dat het niet mis kon gaan, om een paar keer te beseffen dat het weer was mislukt.

Zo hees ik ex O. jaren geleden in een mooie jurk. Ik schminkte hem, deed ‘m een bontjas aan en duwde hem een rammelaar in zijn handen. Hij was klaar voor een dagje zingen en springen in Maastricht, dacht ik. Hupsen deed hij echter niet, en zingen al helemaal niet. In plaats daarvan kroop hij in zijn schulp. Zo diep als mogelijk, om er vervolgens niet meer uit te komen. Na twee uur kijken naar mensen die zich wél amuseerden, keerden we teleurgesteld op huis aan. Tenminste, ík was teleurgesteld. Hij was waarschijnlijk opgelucht dat de carnavalsterreur ophield.

Jaren later deed ik hetzelfde met vriendin C. Wat met O. niet gebeurde, gebeurde deze keer wel: vlekkeloos ging ze op in de massa, danste hier, dronk daar een biertje en praatte Koeterlimburgs met jan en alleman. Let wel: ze praatte. Ze zoende niet, ze vree niet met een onbekende in een stil hoekje van de kroeg. Ze praatte.

Intermezzo

Ergernis I

Het stoort me mateloos dat ‘Hollenders’ – ten noorden van Limburg is alles ‘Holland’ – denken dat carnaval een vrijbrief geeft om zoveel als mogelijk te drinken en daarbij iedereen te bepotelen als ware het een darkroom bij zonlicht.

Begrijp me niet verkeerd: toen ik zestien was, was het heel gebruikelijk om met elke knappe-tot-niet-zo-lelijke jongen van je school te zoenen, de naam en rugnummers te onthouden, om na de carnavalsvakantie terloops de score te melden. Maar toen was ik zestien. Zodra ik mijn eerste wankele stappen in het volwassen leven zette, hield dat doelloos gevrij vanzelf weer op.


Het is dus niet zo dat hele volksstammen tijdens de carnaval hun huwelijkse trouw op het spel zetten. En voor zover het wél gebeurt, is dat niet meer of minder dan op een 13- in-een-dozijn-feest in Amsterdam. Om maar wat te noemen.

Ook het mateloos drinken is niet wat men ervan denkt. Uiteraard wordt er bier gedronken en uiteraard is er zo nu en dan iemand die zijn eigen grenzen niet kent. Ook wat dat betreft is carnaval als ieder ander feest. Maar een échte carnavalsvierder zorgt dat hij licht aangeschoten raakt en dat ook blijft. Niet dronken, niet nuchter: lekker aangeschoten.

Ergernis II

En als het nou zo was dat de Hollenders ‘ons Limburgers’ nou gewoon ons eigen feest zouden laten vieren, dan was er nog niets aan de hand. Maar nee. Hele busladingen Hollenders komen de zaterdag voor carnaval naar Maastricht, om daar tegen iedereen die het maar wil horen – niemand – te verkondigen dat het toch zo’n ‘plat’ feest is, waarbij ze zo laatdunkend als mogelijk kijken. Blijf dan lekker weg. Voor ons hoeven ze niet komen.

Daarbij, het laat zich natuurlijk raden, zijn het die Hollenders die denken dat ze zich tijdens de carnaval alles mogen permitteren. Het zijn diezelfde Hollanders die in grote groepen – leuk! Vrijgezellenfeest in Maastricht! Lachen! – langs de straten trekken en ruzie maken met iedereen die op hun pad komt. Het zijn voornamelijk Hollenders die veel te snel en veel te veel drinken om zodoende om zes uur ’s avonds al kotsend over straat te zwalken en ieder meisje bij haar kont te grijpen. En waarom? “Het mag hier toch? Het is carnaval!”

Einde intermezzo

Kortom, C. had het prima naar d’r zin.

Daarna kwam ex. W. Ook hij kreeg een leuk pakje aan, hoedje op en een bontjas om. En weer veranderde een lief van mij van leuke vent in zoutpilaar. Hij vond het niet leuk. Hij vond het verre van leuk. Op een gegeven moment dacht ik zelfs een traan te zien schitteren in zijn ooghoek. Toen hij uiteindelijk terechtkwam in een kolkende mensenmassa zag ik aan de paniek in zijn ogen dat ook dit feest snel voorbij zou zijn. Zo geschiedde, want nog vóór het avondeten zaten we weer thuis op de bank.

Ondanks de twee teleurstellende carnavalservaringen met Hollendse liefjes probeer ik het dit jaar weer. Lief B. gaat namelijk mee en in plaats van een spontane actie als ‘Kom, we gaan zondag naar Maastricht en gaan carnaval vieren’ ben ik een aantal weken begonnen aan een wen-actie. Zo is menig uurtje in de auto al opgeluisterd met carnavalsmuziek en nam ik ‘m afgelopen weekend mee naar Maastricht. Daar kocht hij zijn eigen markiezenpak – compleet met hoed en sabel(tje) – en vierden we samen met mijn moeder het ‘prinsoetrope’. Een prima opwarmer voor het echte werk.

Over een maand zullen we weten of het heeft gewerkt. En anders vier ik het de komende jaren weer gewoon alleen met mijn moeder. Dat is namelijk een geheid succes.

dinsdag 1 januari 2008

2008

2007 was een best jaar. Nee, 2007 was een méér dan een best jaar. Het was het jaar dat ik mijn nieuwe lief ontmoette, ging samenwonen, plannen maakte voor de toekomst en daarin ook nog durfde te geloven.

Voor 2008 wens ik u eigenlijk hetzelfde: maak plannen, geloof erin en geniet van alles wat op uw pad komt voordat die plannen werkelijkheid worden.

Gelukkig Nieuwjaar!