CeeBee

woensdag 29 maart 2006

aanname

Ik moet nog even wat rechtzetten. Naar aanleiding van mijn laatste stukje. Ik doe namelijk geen strafrecht. Ik sta geen moordenaars bij, ik verdedig geen verkrachters en ook geen dieven. Ik hou me daar verre van, van al die engerds. Als mensen zeggen "dat het wel moeilijk zal zijn om een moordenaar te verdedigen", dan ben ik het daar gewoon mee eens. Ook al kan ik feilloos uiteen zetten hoe en waarom een advocaat dat wel kan. Want het lijkt me hartstikke moeilijk en ik zou het ook niet kunnen. Ooit dacht ik daar anders over en was ik ervan overtuigd dat ik een strafpleiter zou worden. Maar het lot beschikte anders, en daar ben ik nu wel blij om.

Ik doe dus geen strafrecht, maar familierecht. En daar zit ook tuig tussen. Maar dat is dan toch van een andere orde. Meestal heb ik gewoon te maken met lieve en normale mensen. Die verdriet hebben omdat ze na een x aantal jaren van de vader van hun kinderen willen scheiden, of alsnog omgang met hun kinderen willen, geen alimentatie willen betalen of hun kinderen niet uit huis willen plaatsen. Veel verdriet, geen moordenaars. Dat jullie dat weten. Maar het blijft grappig dat mensen bij het beroep advocaat altijd denken aan de Moskovitcen onder ons. Maar nee, ik dus niet.

Maar daar wilde ik het dus niet over hebben. Ik wilde het hebben over iets lugubers. Iets macabers, namelijk over mijn grootste doodsangst. Nou heb ik er een boel, doodsangsten bedoel ik, want ik ben bang om te verongelukken, van een flat te vallen, of simpelweg een hartaanval te krijgen. Zal er wel mee te maken hebben dat ik gewoon nog niet dood wil. Maar mijn grootste angst is om te stikken. Het idee om geen lucht te krijgen beangstigt me zo, dat ik zelfs spontaan luchtgebrek krijg als ik op tv iemand zie stikken. Ik moet dan diep ademhalen om me ervan te overtuigen dat ik gewoon kan ademen.

Vandaag liep ik door het winkelcentrum en zag een etalage. De etaleur had het kennelijk een leuk idee gevonden om de paspoppen in plastic folie te wikkelen. Hun gezichten incluis. Ik vond het zo'n eng gezicht dat ik bijna in een hyperventilatie schoot.

Misschien moet ik eens onder hypnose om te kijken waar die angst toch vandaan komt.

dinsdag 28 maart 2006

the enemy

Mensen begrijpen het vaak niet. En dat is ook niet gek, want het ís ook raar. Wij advocaten kunnen ín de rechtszaal heel fel zijn. Kinderachtig fel zelfs, omdat we elkaar proberen te pakken op woorden. Op foutjes, waarvan iedereen weet dat het onbedoelde reken - of schrijffouten zijn. En op onkunde of onvolledigheid van de wederpartij. De zaak van onze cliënt verdedigen wij dan te vuur en te zwaard, met alle middelen die we hebben.

Maar búiten de rechtszaal zijn wij gewoon collega's. Die het in het algemeen goed met elkaar kunnen vinden. Die grapjes maken en de draak met elkaar steken. Zoals collega's dat nu eenmaal doen.

Ik zie mijn cliënten dan vaak wantrouwend kijken. Hoe kan ik nou zo aardig doen tegen 'the enemy'!?! Soms krijg ik zelfs het verwijt dat ik de belangen van mijn cliënt onvoldoende heb behartigd, omdat ik 'zo leuk aan het babbelen was' met die e*kel van een advocaat wederpartij.

Voor de lezer die ooit cliënt was, dat is, of dat zal worden: het is gewoon werk. Uw zaak, of die van de tegenpartij: het is ons om het even. Het zijn namelijk niet onze emoties, het zijn de uwe. En dat u uw wederpartij haat, betekent niet dat wij de advocaat wederpartij naar het leven staan.

En daarbij, advocaten zijn nét mensen. Ook wij houden wel van een geintje. 'T is echt waar.

zondag 26 maart 2006

Verloren

Ik weet dat ik moet stoppen. Ik moet stoppen. Nu. Maar ik kan het niet. Mijn blik valt op mijn wekker. 03.00 uur. Ik moet morgen veel doen. Leren. Werken. Ik kan nu echt niet doorgaan. Maar toch doe ik het. En dan weet ik ook dat ik niet meer zal stoppen voor het einde. Ik moet weten of het goed komt. Zal ze haar dochter redden?

Vannacht om 05.30 sloeg ik de laatste pagina om. Verloren van Nicci French. Niet lezen voor het naar bed gaan, want je kunt het niet wegleggen. Waanzinnig spannend. Waanzinnig goed geschreven. Waanzinnig slecht voor je nachtrust.

En nu zit ik met halfdichte ogen achter mijn computer. Ik moet leren, Fiscaal Recht. Het moet vandaag af en waarschijnlijk zitten daarvoor te weinig uren in deze dag. En het helpt nou niet echt dat er juist vannacht een uurtje vanaf is gesnoept.

vrijdag 24 maart 2006

open boek

Ik ben gezegend met een sprekend gezicht. En dat heeft dan zijn voor -en zijn nadelen. Als ik blij ben straal ik dat aan alle kanten uit. Maar als ik chagrijnig of boos ben, kun je er ook niet omheen. Je weet bij mij dus altijd in welke stemming ik ben en ik doe ook verrassend weinig moeite om dat te verbergen. Ik vind het wel gemakkelijk als mensen een bochtje om lopen als mijn gezicht op oorlog staat. Scheelt weer een confrontatie.

Maar wat je normaal niet aan mij ziet is moeheid. Slaap ik vijf of tien uur, het verschil zie je meestal niet. Tot vandaag. Vandaag hoorde ik tot drie keer toe dat ik er zo moe uitzag. En pas bij de derde keer besefte ik dat het waar was. Ik was moe. Hondsmoe. En op dat moment gaf mijn lichaam het op. Met moeite sleepte ik me naar de auto en was blij dat ik kon zitten.

Ik doe vandaag niets meer. Ik gooi er straks wat wijn in en lig om 10 uur in bed. Het leven van een hippe dertiger. Not.

woensdag 22 maart 2006

Avegoor

Ruim op tijd reed ik de lange oprijlaan op. Het congrescentrum lag in een bosrijk gebied, zoals alle congrescentra waar ik cursussen volg. En zoals altijd vraag ik me af waarom dat zo is. Want je gaat zo'n gebouw binnen om er pas 36 uur later weer uit te komen. Je hebt werkelijk niets aan zo'n aangrenzend bos. Maar toch heeft het wel iets. Ik voel me dan namelijk Zeer Volwassen en Voornaam, als ik zo'n oprijlaan oprijd. Kijk mij eens, ik ga naar een cursus.

Maar goed, ik reed dus de lange oprijlaan op en voelde me voornaam. Maar ook nerveus, want ik zou me gaan mengen in het advocatenwereldje. En ik haat het advocatenwereldje. De dames en heren advocaten zien er namelijk volstrekt inwisselbaar uit met hun roze sjaaltjes voor de vrouwen en krijtstrepen pakken voor de heren. Op zo'n dag word ik weer die recalcitrante puber die juist dan een verwassen spijkerbroek met gympen wil dragen. Om te laten zien dat ik anders ben en er zeker niet bij hoor. Deze keer had ik weerstand kunnen bieden aan mijn innerlijke puber en had een compromis met mijn obstinatie gesloten: een spijkerbroek met een colbertje. Ik vond het prima, voor een vrije dag. Want zo is het dus wel he, zo'n cursus voelt een beetje als een dagje vrij. Dat gevoel is binnen een uur weg, want dan wens je grondig dat je op kantoor zit. Maar toch, je bent een dag vrij van kantoor, dus ik zou - als ik een roze sjaaltje had - dat toch een mooie gelegenheid vinden om het thuis te laten.

Maar de kledij van mijn collega's is nog niet eens het ergste. Nee, het ergste is het "ons-kent-ons-cultuurtje". Ze kennen elkaar van opleidingen of zijn collega's geweest etc. etc. En ik ken dus niemand. Steeds weer opnieuw kom ik op cursussen waar ik niemand ken. Deze keer was dat geen verrassing want ik had vooraf een deelnemerslijst gekregen. Waarop nog niet eens een vage bekende stond. Om een beetje contact te maken moest ik het dus hebben van mijn vrolijke-olijke-ik-ben-gezellig-en-praat-met-iedereen-houding.

Toen ik de oprijlaan opreed was het precies dat wat ik me afvroeg. Zou ik die 36 uur in betrekkelijke eenzaamheid doorbrengen, met hier en daar de hulp van een Ipod en een boek, of zou ik toch gaan voor de vrolijke-olijke-Cee-houding. Om niet gek van ellende te worden besloot ik toch maar voor dat laatste te gaan.

Met opgeheven hoofd en een stevige nepglimlach stapte ik dan ook het congrescentrum binnen. Om de moed meteen in mijn schoenen te voelen zakken bij het zien van een oogverblindende hoeveelheid roze sjaaltjes en equivalenten daarvan. Toch wilde ik me niet uit het veld laten slaan en liep naar de bar. Dan maar koffie en een sigaret. Toen ik de mensenmassa bekeek viel me op dat niemand rookte. Helemaal niemand! Hoe was het mogelijk, zou ik daarin nou ook de enige zijn? Dat kon toch niet waar zijn?! Op dat punt besloot ik toch maar in de anonimiteit te zakken. Dan maar buiten roken en geen contact maken. Ze waren toch stom, zei de puber in mij. Toen ik me omdraaide zag ik in een flits een vrouw staan. Type vrouw-meisje. Met een spijkerbroek en een colbertje. Een sigaret in de hand en een net zo'n afkeurende en onzekere blik in haar ogen als in de mijne. Voordat ik het wist stapte ik op haar af met mijn vrolijke-olijke-Cee-blik en raakte aan de praat. En later raakte ik met iedereen aan de praat. Ook met de roze sjaaltjes brigade, waarvan een aantal erg aardig bleken te zijn.

Ik merk dat het een lang verhaal wordt. Je mag dus stoppen. Heus, je hoeft de rest niet te lezen. Het mag wel, graag zelfs, maar ik neem het je niet kwalijk als je nu stopt. Voor de diehards, gaan we nog even door over professoren, aantekeningen en (on)voldoendes.

Opgelucht dat het eerste contact was gelegd, begon ik vol goede moed aan het eerste college. Tijdens mijn studie wilde ik nog wel eens in slaap sukkelen bij het horen van de monotone klanken van een saaie professor. Om te voorkomen dat mijn ogen dicht zouden vallen maakte ik daarom als een bezetene aantekeningen. Ik lette dus braaf op, ik begreep het ook nog en daar bovenop vond ik het ook nog eens interessant. Ik voelde me helemaal top. Totdat ik de uitslag van mijn eerste huiswerk kreeg. Een 4. Een 4!!! Voor het gemakkelijkste deel! De andere opdrachten begreep ik niet eens en voor die ene die ik wel begreep had ik een 4!! De rest van het verhaal van de professor hoorde ik niet meer. In mijn gedachten hoorde ik steeds: "Help, ik ben dom. Zie je wel, ik ben uiteindelijk toch door de mand gevallen. Ik kan er niets van en kan beter een ander beroep zoeken". En dat dan 10 keer.

Na afloop liep ik gedesillusioneerd naar de bar. Dan maar aan de wijn. Drank maakt dan wel meer kapot dan je lief is, maar soms helpt het wel. Na drie glazen wijn wist ik dat ik het allemaal wel weer 'op zou halen'. Ik was toch niet dom!?! Ik kon het best!! Ik zou me toch niet klein laten krijgen door zo'n stomme professor! Tsskt, het was ook een eikel ook. Suffe lul. Maar vandaag was er van mijn optimisme weinig meer over. Met angst en beven haalde ik mijn laatste opdrachten op. Dat moesten wel een 2 en 3 worden. Maar het werden een 6 en een 7.

Schiet mij maar lek. Maar ik sta nu wel alweer een 5,5. Je ziet, ik ben weer helemaal terug naar de middelbare schooltijd.

zondag 19 maart 2006

je kent ze wel

We zaten aan de keukentafel. Baby P. lag in bed en daarmee was het rookverbod opgeheven. Met de afzuigkap op volle sterkte rookten we en bespraken we belangrijke zaken. Zoals drukte op het werk, de zorgen van een jonge moeder en moeizame verbouwingen. K. vertelde over de ellende van het opknappen van haar trap en hoe die uiteindelijk zou worden. Ze wilde een trap als Sander en Linda, want daar had ze laatst de perfecte gezien. Wit gelakt met een zwarte loper. Maar dat de perfecte trap in het huis van Sander en Linda stond was niet gek, want hun huis was over de hele lijn beyond mooi.

Nou heeft K. het wel vaker over mensen die ik niet ken, maar toch werd ik benieuwd wie die Sander en Linda dan wel niet waren. Met hun huis dat beyond mooi was. "Linda", antwoordde K. verbaasd, "van Linda de Mol".

En dat was ik nou even vergeten. K. verkeert in andere kringen. In kringen van Bekende Nederlanders. Zij komt bij Linda de Mol thuis en werkt zij aan zij met broer John. Die ze natuurlijk gewoon John noemt. En niet John de Mol, als in 1 woord. Maar omdat ze niet pretentieus is, vergeet ik dat steeds. Maar K. komt dus bij Linda thuis. En Linda heeft een mooie trap.

Maar van Linda had ik ook niet anders verwacht.

vrijdag 17 maart 2006

geen zin

Ik log nu driekwart jaar en gisteren overkwam het me voor het eerst. Ik had geen zin om te loggen. Geen zin. Geen zin! Er kwam zelfs een gevoel van "yuck" toen ik eraan dacht nog een stukje te moeten schrijven. En dus deed ik het maar niet. Ja, daag, het is wel een hobby zeg.

Maar goed, dat was gisteren. Vandaag is het weer helemaal goed hoor. En ik heb wel tien dingen om over te schrijven. Maar ja, dan moet je kiezen. Keuzes, keuzes, moeilijk hoor.

- over mijn bazin en hoe ze me weer eens tot waanzin dreef vandaag;

(been there, done that)


- over dat ik alleen woon en van enge dingen niet kan slapen, zelfs niet van een enge passage in een boek;

(been there, don't that as well)

- over hoe trots ik erop ben dat ik elke dag voor mezelf kook, ook als ik alleen thuis ben en ook op een vrijdagavond.

(niet interessant)

Ja zeg, nou weet ik het niet meer! O wacht, ik weet wel iets. Friends. Dat is nu namelijk op tv. En dat blijf ik maar kijken he. Vanaf aflevering 1, dat Rachel in haar trouwjurk Central Perk binnenloopt. Natuurlijk heb ik ze allemaal al gezien en natuurlijk is het niet meer zo leuk als de eerste keer. Maar toch zal ik weer de hele reeks kijken, net zoals ik ook weer de hele serie van herhalingen van Sex and the City keek. En van ER. En Sisters, Roxanne en Charmed. Net 5 heeft een hele goeie aan mij.

Maar nu eerst Wie is de Mol. En dat is op Nederland 2.

woensdag 15 maart 2006

mooi

Karin had het erover, over daten. Over het bellen na het daten. Wie dat moet doen en waarom. In mijn comment schreef ik al dat ik nooit aan dates heb gedaan. Tenminste, niet in de zin van daten met een relatief onbekende. Ik had meestal al een tijd contact met iemand. Vaak hoorde diegene bij mijn vriendenclub. Of was daar dan weer een vriend van. Of het was een collega. Of mijn baas.... Mijn relaties ontstonden dus eigenlijk altijd via via. En dat daten - en het bellen erna - was dan dus helemaal niet zo'n issue. Gelukkig maar, want het charmant en bevallig zijn, dat is mij niet gegeven. En hoe meer ik het toch probeer, hoe kleiner de kans op succes. Want dan daal ik af tot het niveau van gestoethaspel. En daar wordt niemand vrolijk van.

Maar daar wilde ik het eigenlijk helemaal niet over hebben. Want dat hele daten, ik moet er nog even niet aan denken. Wat me wel opvalt is dat mijn oogkleppen weg zijn. Mijn oogkleppen voor het andere geslacht. Want die heb ik tijdens een relatie. Ik ben dan monogaam (*) en kijk niet naar andere mannen, niet als potentiele partners in ieder geval. Als ik dan een mooie man zie, constateer ik alleen maar dat het een mooie man is. Niets meer dan dat.

Maar nu! Holymelony, hele fantasieen passeren de revue bij het zien van een lekkere kerel. Zo wezen K. en C. mij op een leuke man. B. Geen lekkere man, maar een leuke man. En hoewel ik 2 dagen de fijne kriebels van hem kreeg, gaat dat feest mooi niet door. Want als ik dan toch voor de rebound ga, moet het wel een lekkere vent zijn. Exit B. dus.

Je ziet, in mijn fantasie ben ik al heftig aan het daten.

* Alhoewel O. waarschijnlijk anders zal zeggen:)

Klaar

Ik had even de illusie dat ik fijn Desperate Housewives kon kijken. Misschien ook nog wel Grey's Anatomy. En als het helemaal goed ging, zelfs nog naar die nieuwe-serie-met-Kim-van-Kooten op Net 5.

Maar nee. Zojuist typte ik mijn laatste letter. Van mijn laatste huiswerkopdracht. En dit weekend mag ik al weer. O joy

Kijkt u voor de lol even naar de tijd van het plaatsen van dit postje? Sielug ben ik, he?

maandag 13 maart 2006

moe

15 uur lang. Ik heb 15 uur achter elkaar gestudeerd. Met alleen kleine pauze's om te eten en Peking Express te kijken. Je moet je prioriteiten wel een beetje op orde hebben natuurlijk.

Als het goed is weet ik alles wat er te weten valt over huwelijksvoorwaarden, Amsterdamse Verrekenbedingen en onverteerde inkomsten. Walgelijk oninteressant, ik weet het. Maar ik vond het stiekem, heeeel erg stiekem, wel interessant. Omdat ik het eindelijk begreep. Omdat er uiteindelijk een lichtje brandde aan het einde van een lange donkere tunnel van 35 ellenlange en onbegrijpelijke arresten van de Hoge Raad. Omdat ik eindelijk wist wat ze nou bedoelden met de nominaliteits -en beleggingsleer.

Ik ben toegetreden ben tot een kleine elite, een genoodschap. Het Geheim Genoodschap Der Verrekenaars.

Ach laat me maar even, ik ben gewoon doorgedraaid. Ik ben verrekend.

Truste.

zaterdag 11 maart 2006

confession of the dull mind

Ik heb een bekentenis af te leggen. En zodra ik dat heb gedaan, weet ik zeker dat de heersende mening over Cee zal veranderen. Maar toch heb ik een dwingende behoefte om het met jullie te delen.

Dus, voordat ik het ga zeggen, vergeet niet dat ik een hippe, moderne jonge vrouw ben. Beschaafd, ontwikkeld en gestudeerd. Wars van oubolligheid en burgertrutgedoe.

Ja? Beeld in het hoofd compleet?

Komt ie dan: ik ben sinds deze week geabonneerd op de Margriet.

Da's schrikken he.

woensdag 8 maart 2006

nachtbraken

Zondagnacht werd ik wakker met koorts. Heftige koorts. Zo'n koorts waarvoor je geen thermometer nodig hebt om het te constateren. Rillend van de kou trok ik een extra t-shirt met lange mouwen aan en rolde me in mijn dubbele dekbed. Gezien de golf van buikgriep in Nederland verwachtte ik snel boven de pleepot te hangen, maar dat bleef mij goddank bespaard. De koorts niet. Die was heftig en slopend. Half wakend, half slapend maakte ik de nacht door en meldde me maandagochtend dan ook ziek. Ik sliep de hele ochtend en een groot deel van de middag.

Aan het einde van de middag voelde ik me weer goed. Zelfs zo goed, dat ik overwoog om die avond gewoon naar mijn schrijfcursus te gaan. Dat ik uiteindelijk toch niet ging had niets met koorts te maken. Dat was vanwege een opspelend geweten. Immers, als je niet kunt werken overdag, mag je 's avonds ook geen leuke dingen doen. Ik ontzegde me daarom het plezier van mijn cursus en bleef thuis. Die nacht gebeurde hetzelfde als de nacht ervoor. Koorts. Rillen van de kou. Pijn in mijn spieren. En weer meldde ik me 's ochtends ziek.

Helaas is het mij niet gegund om in alle rust ziek te zijn. Die middag had ik namelijk een zitting en niemand kon 'm van me overnemen. Omdat ik het mijn client niet wilde aandoen om de zitting uit te stellen en ging ik er toch maar heen. Nadat E. mij het dossier had thuisgebracht, besloot ik meteen een Ibuprofen in te nemen. Na een uur merkte ik nog geen verschil, dus nam ik een tweede. En nog een uur later een derde. En dat had ik nou niet moeten doen.

In de zitting kreeg ik oorsuizingen. En hartkloppingen. Door al dat gesuis en geklop kon ik de rechter bijna niet verstaan. Daarbij had ik zo warm, dat ik een zweetdruppel over mijn rug voelde lopen. Al met al perfecte omstandigheden om een zitting te doen. Het kwam allemaal goed, dat dan weer wel. Client blij, ik uitgeput. Thuis ging ik meteen weer naar bed. Toen ik aan het begin van de avond weer wakker werd, voelde ik me weer goed. Ik deed boodschappen en kookte mijn potje. Er was werkelijk niets aan de hand. Ik ging zelfs aan mezelf twijfelen of ik me nou wel zo ellendig had gevoeld, eerder die dag.

's Avonds keek ik blij mijn meidenprogramma's, terwijl ik ondertussen een paar filmpjes bekeek op www.metacafe.com. De nacht die erop volgde kon ik weer niet slapen. Niet vanwege koorts, die bleef deze nacht uit. Nee, deze keer kon ik niet slapen vanwege de enge filmpjes die ik tegen beter weten in had bekeken. Steeds weer zag ik enge gezichten, of spooky magicians voor mijn geestesoog. Om half zes (!) vanochtend had ik nog steeds niet geslapen. Ook niet een beetje gedoezeld of zo. Nee, gewoon geen oog dicht gedaan. Dus stond ik maar op om Bo uit te laten. Had ik dat in ieder geval al gehad.

Ben je ook zo benieuwd wat de komende nacht brengt?

dinsdag 7 maart 2006

incasso

Jarenlang was ik vaste klant bij Bol.com. Bijna iedere maand bestelde ik wel een paar boeken, die ik dan op kantoor liet bezorgen. Op een dag deed Bol.com een aanbieding aan haar vaste klanten: een digitale camera. Voor een spotprijsje. "Hebben, hebben, hebben", dacht de consument in mij en ik drukte op "bestellen". Binnen twee dagen werd het pakketje afgeleverd op kantoor en enthousiast begon ik met uitpakken.

Alhoewel de internetpagina sprak van een externe geheugenkaart van 128 Mb, zat deze niet in de doos. En omdat ik met het interne geheugen maar 10 foto's kon maken, baalde ik als een stekker. Want als je een digitale camera hebt, wil je nu eenmaal als een idioot overal foto's van maken. Toch? En dus belde ik naar Bol.com. Met de vraag hoe we het probleem konden oplossen. De aardige, maar volstrekte onbenul van een klantenservicemijnheer zei dat ik de week erna wel terug gebeld zou worden. Maar omdat ik dus stante pede als een idioot overal foto's van wilde maken, had ik helemaal geen trek om een week later eens een keer teruggebeld te worden. Ik zei dat ik zelf wel een geheugenkaart zou kopen en de kosten daarvan zou ik aftrekken van de prijs. Ik vond het een pracht van een oplossing.

Maar Bol.com dacht daar dus anders over. In een uitvoerige e-mailcorrespondentie met het hoofd van de klantenservice - ik zal zijn naam niet noemen, maar zijn voornaam was die van het spookje - zette ik de zaak keer op keer op een rij. Dat mij niet een passende oplossing was aangeboden. Dat je van een klant niet kan verwachten dat hij een week wacht om teruggebeld te worden. Dat ik daarom zelf een oplossing had bedacht, die mij alleszins redelijk leek. Dat ik de prijs van de camera zelf keurig op tijd had betaald. En dat ik no way in hell over zou gaan tot betaling van de rest.

Uiteindelijk besloot het spookje het er niet bij te laten zitten en ging over tot incasso. Kijk, en daar maakte het spookje een grote fout. Want als ik iets goed kan, dan is het wel brieven schrijven. En als ik iets nog beter kan, dan zijn dat wel brieven, doorspekt met juridische termen die ook nog eens ergens op slaan. Het incassobureau schrok zich volgens mij een hoedje, maar bleef keurig maandelijks een aanmaning sturen. Die ik steeds per kerende post terugstuurde met een steeds weer een nieuwe brief. Met kopieen van de oude brieven. En met steeds dezelfde boodschap: ik betaal niet. Geen cent.

Vandaag kreeg ik weer een brief van het incassobureau. Dat hun opdrachtgever had besloten om verder geen actie te ondernemen.

I won.

maandag 6 maart 2006

CSI

Zonder nadenken drukte ik op 'verzenden'. Al snel vroeg ik me af of ik er goed aan had gedaan. Had ik spijt? Nee, dat niet. Maar slim was het waarschijnlijk niet om W. te vragen of hij de nieuwe aflevering van CSI bij mij kwam kijken. For old times sake.

Al snel kwam het sms-je terug dat hij wel wilde en zo zaten we vanavond weer samen voor de tv. Allebei een blikje cola-light in de hand en de andere hand achteloos rustend op onze hond, die tussen ons in lag. Als vanouds. Maar toch anders, want na het uitlaten van Bo ging hij naar huis. En ik ook. Ieder onze eigen weg.

Het was fijn om hem te zien. Alleen lijkt mijn huis nu weer zo leeg.

het loont

En het is gebleken: laksheid loont. Soms in ieder geval wel. Want vandaag liet het VFAS weten dat ik de opdrachten nog tot 16 maart kan inleveren. Dat zijn nog tien hele dagen, met daarin een vrije dag en een weekend. Tijd genoeg dus:)

zondag 5 maart 2006

huiswerk

Om je advocaat te mogen noemen, moet je blijven leren. Cursussen volgen, lezingen bijwonen, dat soort zaken. Doorgaans kost je dat niets, behalve wat tijd. Maar die tijd is van de baas, dus daar ben ik niet zo rouwig om.

Om je advocaat-specialist te mogen noemen, moet je ook blijven leren. Maar daarmee is het niet afgelopen, je moet namelijk ook huiswerk maken. En zo noemen ze dat daar bij de VFAS ook echt: huiswerk. Ik zie spontaan ingekleurde agenda's met stickers van George Michael bij het woord huiswerk. Huiswerk hoort bij de middelbare school en misschien ook nog wel bij de studententijd. Maar als werkende volwassen vrouw huiswerk krijgen, dat klopt niet. Die tijd hebben we gehad, zou je zo zeggen.

Maar goed, ik kan me er wel tegen verzetten, het huiswerk moet toch gemaakt. Zeker omdat het huiswerk beoordeeld wordt en het meetelt voor je uiteindelijke cijfer. En nu we het daar toch over hebben, dat uiteindelijke cijfer wordt voor de helft bepaald door... nu komt het.... een mondeling! Een mondeling examen, nou vraag ik je. En het zijn geen mietjes, daar bij de VFAS, want dit mondeling examen duurt 2 uur. Dat lijkt me wel tijd genoeg ja. Zucht.

Huiswerk dus. En het huiswerk voor mijn eerste cursus moet aanstaande dinsdag bij mijn docent (of zullen we 'm maar gewoon "meester" noemen, als je toch huiswerk krijgt) zijn. Per post. En daarom moet het dus morgen af zijn.

Nou moet je met sommige dingen gewoon niet breken en dat zijn "de regels voor het studeren". Regel 1 is: op het laatste moment beginnen. En dat deed ik. Gisteren begon ik. Met een gezonde dosis tegenzin sloeg ik de syllabus open en begon met onderstrepen. Want dat is regel 2 van het studeren: onderstrepen. Liefst met een roze stift. Langzaam maar zeker ging ik door de 150 pagina's van de syllabus. Ook de 150 pagina's van Pitlo (voor de rechtenstudenten onder ons: Pitlo is nog net zo k*t als vroeger, maar dat terzijde) werden door mij doorploegd. Om vanochtend te beginnen aan het doel van al dat gestudeer: het huiswerk. En dat ging vlotjes. Maar ja, ik ben dan ook ontzettend intelligent:)

Maar toen ging het mis.


......


spannend he



.....


Want wat gebeurde er toen? Ik pakte het tweede deel van de syllabus erbij en begon de leerstof door te nemen. En wat schetst mijn verbazing? In dat tweede deel stonden hele andere boeken genoemd! Boeken die ik helemaal niet heb!! Ik kan het dus helemaal niet leren. En na het lezen van de opdrachten bleek dat ik die ook helemaal niet kon beantwoorden. Geen idee waar ze het over hadden. Geen idee welke antwoorden ze wilden horen.

En ook het derde deel van het huiswerk gaat over boeken die ik niet heb. Nu heb ik dus 1 huiswerkopdracht af en twee opdrachten met alleen maar blanco velletjes. En daar kom je dan op zondagmiddag achter.

Misschien is het toch tijd om met regel 1 te breken.

vrijdag 3 maart 2006

girlpowerrrrr

Ze zei dat ik het nooit zou kunnen vinden en dat ze maar beter met me mee kon rijden. Het was namelijk helemaal diep in het bos en moeilijk en zo. Ze wist zeker dat ik zou verdwalen en ze stelde dan ook voor om om drie uur bij mij op kantoor te komen. Dan zouden we samen gaan.

Ik vond dat helemaal geen bon plan en ik zei dan ook - of beter: ik liet secretaresse J. zeggen - dat ik na afloop nog een andere afspraak had en dat ik dus geen tijd zou hebben om moeders weer thuis af te zetten.

Dat was een leugen. Een hele dikke leugen. Want:

a) de afspraak bij het internaat van haar dochter stond als laatste op de agenda, om de enige reden dat ik daarna meteen naar huis zou kunnen;
b) ik 's avonds ook absoluut nergens meer heen wilde, vanwege de reden van mijn vorig logje;
c) ik fijn sigaretjes wilde roken in de auto;
d) ik het nut er niet van inzag om een half uur met een drukke, moeilijk verstaanbare, oninteressante, bemoeizuchtige moeder van een cliente in een auto te zitten.

Ik was op tijd. Ik was niet verkeerd gereden. En ik had lekker kunnen roken.

Girl Powerrrrr

donderdag 2 maart 2006

maandstonden

Mooi woord: maandstonden.

Een mooi woord voor iets dat pijnlijk is. Vervelend. Vermoeiend. Gezwollen. Bah. Ik sla dus een rondje loggen over.

Morgen weer een dag. Truste.



(Dit is niet mijn buik hoor, mocht ik willen)

woensdag 1 maart 2006

Maastricht

Daar liepen we, mijn moeder en ik. Over de St.-Servaesbrug, Maastricht in. Een pruik op, een boa om en het gezicht geschminkt. De rammelaar nog ongebruikt over de schouder. We waren nog ingetogen en afwachtend. De teleurstelling van de dag ervoor dreunde nog door onze hoofden heen. Maar juist op dat moment brak de zon door en baadde Maastricht in het licht. En wisten we: dit werd een fantastische dag.

De kroegen draaiden geweldige muziek. De Zaate Hermeniekes speelden hard en vals. De sjoes smaakte lekker en de kou voelden we niet. Met de armen in de lucht en een brede lach op ons gezicht zongen we de klassiekers van Beppie Kraft mee. Dit was carnaval zoals carnaval bedoeld was. Dat mijn moeder uiteindelijk toch weer tandpijn kreeg en we alsnog eerder naar huis gingen, deed daar niets aan af.

Zojuist laadden we de hele carnavalszooi - hoeden, bontjassen, rokken en schmink - weer naar de zolder. De carnaval zit erop. En bij het horen van het ultieme aswoensdag-liedje bekruipt me hetzelfde verdrietige gevoel als altijd: het einde kwam weer te snel.

't Is gedaon, 't is gedaon wej môtte now nao hoes toe gaon.
Wat ein leid, och waat ein leid 't is weer gedaon. Oh wie zunt wie ik 't vind
't is weer gedaon.
Leefste kind, leefste kind, ouk aan alles kump ein ind,
leefste kind,'t is weer gedaon.

Volgend jaar weer, mam?